Mijn verkeerde keuzes

Hoofdstuk 15 boek 3 (doorgroeifase)

Aan de lijn was Mee Jung Lee. Zij verraste mij door te vertellen dat zij op weg was naar het vliegveld in Seoul om nog vandaag naar Amsterdam te vliegen. “Ik wilde je verrassen door jouw verjaardag samen te vieren”, zei ze. Ik weet nog dat ik vroeg: “ Hoe kom je nu ineens aan een paspoort?” “Daar heb ik 1.000.000 won voor betaald”, zei ze. “Maar ik moet het kort maken want ik moet zo inchecken.” God, wat ben ik geschrokken. Deze wending in mijn leven had ik niet verwacht, Ik had God wel gevraagd mij opnieuw de weg te wijzen waarheen ik moest gaan, maar dit ging toch wel even te ver en op te korte termijn. Ik kreeg van haar nog het vluchtnummer en mogelijke tijd van aankomst, waarna zij de verbinding verbrak. Daar zit je dan. Je hebt afgesproken met je vrouw en dochters om je verjaardag te vieren en dan moet je opbellen dat dat niet door kan gaan omdat er een vriendin voor in de plaats komt. Dat zij niet blij waren is zacht gezegd. Mijn oudste dochter, die achter een mogelijke verzoening zat tussen mij en haar moeder,  zweerde dat zij mij nooit meer wilde zien. Dat is nu 32 jaar geleden en is zij is inmiddels 52 jaar, heeft een zoon – mijn kleinzoon – van ongeveer 21 jaar, die ik nog nooit gezien heb. Wat heb ik toch allemaal aangehaald en wat zou mij nu te weer te wachten staan. Ik had een slecht voorgevoel en wist dat ik wederom een verkeerde keuze had gemaakt.

Het was zeer slecht weer op mijn  verjaardag. Ik reed al vroeg in de morgen richting Schiphol, want ik was van plan onderweg nog een paar cadeautjes voor Mee te kopen. Daarvoor reed ik eerst naar Den Haag om in de Passage een paraplu te gaan kopen. Daarvoor zat er een mooie winkel in die Passage waar ik al eerder wat paraplu’s voor mijzelf en voor mijn ex-vrouw en dochters had gekocht. Ik wist dat M** geen paraplu had, want het is in Zuid-Korea niet gebruikelijk om met een paraplu te lopen, omdat je daarmee te kennen geeft kennelijk geen auto of taxi te kunnen bekostigen. De gegoede stand liep niet onder een paraplu. In Nederland zou ze hem echter wel vaak nodig hebben. Verder kocht ik een Samsonite beautycase waar ze vast en zeker wel blij van zou worden. Immers opmaken deed zij de gehele dag. Later heb ik wel eens tegen haar gezegd: “Je hebt maar één vriend en dat is je spiegel.” Sorry, nu licht ik ongewild al een tipje van de sluier op van de verhouding die later tussen ons ging ontstaan.

Mee kwam aan met drie uur vertraging door een niet geplande stop in Parijs. Ik was toch wel blij haar weer te zien en wilde haar omhelzen. Dit weerde ze af, want in Zuid-Korea kus je elkaar niet in het openbaar. Ik wist het maar toch viel het me tegen en ik  zag dit als een voorteken van dingen die nog zouden kunnen gaan gebeuren. Ze had weinig bagage. Wel twee zelfgemaakte kunststukken en een trouwjapon, die ik natuurlijk pas ’s avonds zag,  waaraan zij jaren had gewerkt. Een waar pronkstuk, waar ik later nog op terug zal komen. De hint was wel duidelijk, daarmee gaf zij te kennen niet voor een kopje koffie naar Nederland te zijn gekomen, maar voor een huwelijk met mij.  Nu ze er toch was probeerde ik er maar het beste van te maken. In plaats van rechtstreeks terug naar Zeist, besloot ik haar iets van Amsterdam te laten zien. We reden wat door Amsterdam om haar de sfeer te laten proeven. Ook reed ik – het was toen nog niet zo druk als nu – over de walletjes en vroeg haar wat ze vond van al die meisjes achter de vensters. Ze zei: “Ik vind het een hoogst merkwaardige manier om zwempakken te verkopen.” Toen ik vertelde wat zij daar werkelijk deden hebben wij er nog uren daarna hartelijk om gelachen en wel in de Sherry Bodega aan de Lijnbaansgracht, destijds een stamkroeg van mij, zijnde een wijn proeflokaal.

Wat aan het einde van deze dag gebeurde kunt u lezen onder Wonderen/6e wonder en hierna.

In zekere zin – als ik goed had nagedacht - had  ik uit eerdere gedragingen en uit dit recente gedrag kunnen afleiden hoe Mee dacht. Kennelijk was ik nog altijd geïntimideerd door haar schoonheid en jeugd. Normaal zou ik nooit op een veel jongere vrouw zijn gevallen, maar op deze maakte ik een uitzondering. Mijn eerste verloofde was twee ouder dan ik en mijn eerste vrouw was drie jaar ouder. Ik ontmoette hen in een tijd dat ik vooral gecharmeerd was van oudere vrouwen, die in alles wat meer van het leven hadden genoten dan jonge meiden. Dus denkt niet dat ik een vieze oude man was, toen ik Mee ontmoette en 43 jaar oud was, toen zij nog 20 was. In het verleden heb ik wel eens tegen mijn 1e vrouw gezegd, toen zij veertig was, tijdens een meningsverschil: “Denk er om dat ik niet nog bozer word, anders ruil ik je in voor twee van twintig.” Nooit heb ik mij  gerealiseerd dat het wel eens echt kon gaan gebeuren.

 Vanaf het begin heb ik met Mee nooit het gevoel gehad dat wij zo veel in leeftijd verschilden. Mee was in haar gedachten en ook door haar universitaire opleiding(?), alsmede door haar komaf, haar tijd ver vooruit. Zij integreerde heel snel in Nederland. En hoewel wij vanaf het begin steeds Engels tegen elkaar spraken had zij toch ook in zeer korte tijd het Nederlands snel onder de knie. Zij ging al heel snel zelfstandig boodschappen doen bij AH op de Slotlaan in Zeist. Ook andere winkels konden zich al gauw verheugen op haar binnenkomst, want zij was gul in het uitgeven van geld. Zij was ook zeer vrijgevig in cadeaus voor mij, hoewel ik dat zelf moest betalen, natuurlijk. Zij was ook erg gul voor haar jongste broer, door mij een zeer dure camera te laten kopen, die hij als geschenk kreeg, van mijn centen.

Of zij het was of ik, weet ik niet meer, maar één van ons is begonnen over een huwelijk, dat begint bij een ondertrouw. Voor die ondertrouw en zeker omdat ze bij de Gemeente enigszins argwanend stonden tegen een paar met zo’n groot leeftijdsverschil, eisten zij dat Mee eerst een proeve van bekwaamheid in het Nederlands moest afleggen. Het volgende zegt wel iets over de intelligentie waarover Mee beschikte. In februari aangekomen in Nederland en twee maanden later, in april, slaagde zij glansrijk voor de proef. Op 24 mei 1986 trouwden wij in slot Zeist, in aanwezigheid van slechts enkele familieleden. Mijn ex-secretaresse Astrid en haar man waren getuigen. Mee droeg die prachtige japon, waaraan ze vijf jaar had gewerkt en ik droeg een witte smoking, die zij voor mij had laten maken in Zuid-Korea. De ingehuurde fotograaf heeft prachtige foto’s gemaakt, waaronder die in een oldtimer, een Rolls Royce. Nog neem ik het haar kwalijk dat ik nooit meer een foto kan laten zien, omdat zij die aan het einde van ons huwelijk na 23 jaar heeft geconfisqueerd.

Van de eerder besproken ex-zwager Hans Schilte kregen wij het huwelijksdiner en een slaapkamerameublement aangeboden. Nog diezelfde avond vertrok ik met Mee voor de huwelijksreis, door Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Italië, Frankrijk, België en Nederland. Van het geld dat dat heeft gekost zou ik nu nog een mooie auto kunnen kopen. Helaas heb ik grote fouten gemaakt tijdens de huwelijksdag die mij 23 jaar elk jaar werden verweten. Ik had aan alles gedacht maar vergeten een huwelijkstaart te bestellen. Zo eentje als gebruikelijk is in Zuid-Korea, van een meter hoog. Ook is mij later steeds verweten dat ik te weinig juwelen voor haar had gekocht. Een andere fout die ik heb gemaakt was dat de huwelijksreis grotendeels ging via de plaatsen en hotels, waar ik ook met mijn 1e vrouw was geweest, en dat had ze door. Verkeerde keuzes dus.

Toch voelden wij ons samen op ons gemak. Mee was snel aan Nederland gewend en opereerde in vele gevallen zeer zelfstandig. Ik gaf haar 2000 gulden per maand voor ons eten en drinken, terwijl ik alle andere vaste en variabele kosten voor mijn rekening nam. Dit had ik zo in mijn eerste huwelijk geregeld, zonder klagen. In feite had ik het zo van mijn vader geleerd. Echter ik had  geen rekening gehouden met,  hoe het in Korea is geregeld. Daar ontvangt de vrouw het gehele nettoloon van haar man en de man wacht netjes af of hij wat krijgt. Achteraf heb ik daar te weinig rekening  mee gehouden. Zo ook met de aanschaf van goederen in het huishouden. Ik bepaalde de aanschaf en koos het type uit. Ik overlegde niet met Mee wat zij wilde hebben, maar kocht het gewoon, denkend dat ik hiermede haar taken zou ontlasten. Overigens kon Mee heel goed met geld omgaan, zeker in het uitgeven blonk zij uit. Ik heb nooit een gevuldere winkelwagen bij AH gezien als die van Mee. Wat zij er allemaal mee deed weet ik niet. Ik kan me nog niet voorstellen dat wij dit alles met  zijn tweetjes hebben geconsumeerd. In ieder geval ging die 2000 per maand altijd op.

Toch hadden wij geen noemenswaardige conflicten. Alhoewel ik mij afvroeg hoe lang dit huwelijk stand zou houden. Mee deed haar best en ik deed ook alles wat nodig was om het haar naar het zin te maken. Niet dagelijks maar toch wel een paar keer per week had ik telefonisch contact met mijn ex-vrouw die ik steeds weer opnieuw vroeg mijn persoonlijke dingen terug te geven. Maar uit puur pestgedrag weigerde zij niet alleen de zaken waarom ik vroeg, maar zelfs een beetje hulp in het verstrekken van wat huishoudelijke artikelen. Ik moest immers helemaal opnieuw begonnen, doordat ik zo stom was geweest mijn vrouw te vertrouwen toen ik voorstelde de gemeenschap van goederen om te zetten in huwelijkse voorwaarden, ter bescherming van het gezin, als er mogelijk iets mis zou gaan met mijn zaken. Ik had ook geen notities gemaakt van alles wat ik in het huwelijk had ingebracht en in de loop van de 23 jaar op persoonlijke titel had aangeschaft. Ook de prachtige cadeaus die ik in de loop van jaren had gekregen van mijn zakenrelaties hield zij voor zichzelf. Van schaatsen tot fototoestellen, van persoonlijke documenten tot getuigschriften en diploma’s, van foto’s tot films, alles was ik kwijt. En omdat ik tijdens mijn zakenwereld advocaten rijk had gemaakt en mijn vertrouwen in hen volledig had verloren, heb ik mij  bij de situatie neergelegd, mede omdat ik bewust was van mijn eigen talenten en er zeker van was dat ik weer in goede doen zou geraken, hoewel ik het op dat moment financieel niet slecht had. Maar om rijk te worden – als je getrouwd bent – heb je een partner nodig die hetzelfde nastreeft en niet alles over de balk gooit. En daar was Mee vanaf het begin al mee bezig.

 Mee maakte gelukkig geen bezwaar dat ik geleidelijk aan steeds meer met mijn ex-vouw Annie sprak over het welzijn van mijn dochter Sabine, die volgens haar aan het ontsporen was. Ik begreep natuurlijk wel waardoor. Kort gezegd omdat moeders niet veel aandacht had voor haar dochter en te veel in de Pianobar aan de Lijnbaansgracht in Amsterdam  vertoefde en natuurlijk voornamelijk in de avond- en nachtelijke uren. Zo veel vrijheid moet je een meisje van 16 niet geven. Later zou blijken dat ik hierin gelijk zou krijgen.

Dat ik veel met mijn dochter sprak had ook te maken dat ik haar probeerde over te halen mijn persoonlijke spullen terug te krijgen. Dit lukte echter niet, daarvoor was zij te afhankelijk van haar moeder en bang voor haar.

 In mijn relatie met Mee kwamen steeds meer scheurtjes. Zij had zo veel eigenaardigheden dat ik er soms moe van werd en hoewel ik het uitgangsleven voor Mee volledig had stilgelegd, hunkerde ik soms naar vroeger tijden. Merkwaardig, in het verleden maakte ik de dienst uit, zowel in het zakenleven maar ook en vooral in mijn privéleven. Ik was dit keer geheel op Mee gericht en paste mijn levensstijl geheel aan haar aan. Wat ik niet begreep en soms nog niet kan begrijpen was dat ik langzamerhand bang voor  haar begon te worden. Zij had iets onheilspellends over zich waarvoor je bang werd. Stom natuurlijk, want ik was een grote sterke kerel en zij in wezen een klein vogeltje in vergelijking met mij, die mij nooit fysiek kwaad zou kunnen doen. Wel in dat geval heb ik buiten de waard gerekend. Ik was bij tijd en wijlen soms doodsbang van haar en deed wat zij eiste van mij.

Zij werd zwanger in juni. een maand na ons trouwen. Mijn zoon is op 3 maart 1987  geboren. Vanaf dat moment verbood zij  mij nog langer contact op te nemen met mijn ex-vrouw of dochter. Zij eiste zelfs dat ik de weinige foto’s en films die ik had uit mijn verleden onmiddellijk zou vernietigen. Ik weigerde maar had toen de poppen aan het dansen. Zij dreigde zichzelf te doden als ik niet zou luisteren. Ik vond een compromis. Ik vertelde haar dat ik alle foto’s en films zou inpakken en zou verzenden aan mijn jongste dochter. Om er zeker van te zijn dat ik dit ook werkelijk deed bleef zij bij het inpakken zitten en wilde zelfs mee naar het postkantoor, zodat ze zeker niet meer in mijn bezit waren. Vanaf die tijd keek zij in al mijn mappen met documenten en controleerde zij dagelijks mijn zakken om te kunnen waarnemen of ik niet iets had of deed buiten haar gezichtsveld om. Niets, maar dan ook niets, mocht er aanwezig zijn in ons appartement, wat een relatie zou kunnen leggen met mijn verleden. Ik werd hier gek van. Zij vond  tussen mijn documenten brieven van vriendinnen, die ik jaren geleden had, wel twintig jaar voordat ik met haar trouwde en confronteerde mij daarmee. Zo kwam zij er achter dat ik waarschijnlijk nog een zoon in Italië had. Ook dat werd mij voor de voeten gegooid. Daarmee had zij geen enkel vertrouwen meer in mij en ik zeker niet in haar. Ik ging haar zelfs een beetje haten en dat in feite al enkele maanden na ons huwelijk.

 Regelmatig liep zij ’s nachts weg en verdween in de bossen rond Zeist, achteraf gezien om mij ergens mee onder druk te zetten. Het ging meestal om geld. Zeker in het begin raakte ik daardoor vreselijk in paniek, belde de politie en ging haar samen met de politie  zoeken. Dit herhaalde zich tientalen keren, reden waarom de politie op een gegeven moment niet meer kwam. Zij hebben natuurlijk een hekel aan loos alarm. Hoewel, Mee besefte niet hoeveel risico zij liep om alleen in de bossen van Zeist en Driebergen te lopen en dat bij nacht. Mijn toch al niet sterke hart, door een hartinfarct in het jaar 1974, kreeg daarmee een enorme opdonder, waardoor ik hoogstwaarschijnlijk in 1988 er weer één had en in het ziekenhuis belandde, juist toen zij in Korea verbleef. Omdat zij ook veel klaagde over de herrie in het flatgebouw veroorzaakt door dronken feestende Amerikaanse piloten, die vanuit Soesterberg vlogen, nam ik de beslissing te gaan  verhuizen.

Begin 1987, net nadat mijn zoon Edward werd geboren,  werd ik gebeld door mijn dochter Sabine, dat haar moeder haar het huis had uitgegooid. Er zat voor mij niets anders op dan haar in huis te nemen, na overleg en goedkeuring van Mee. Zo geschiedde. Al gauw bleek dat Mee en Sabine het niet goed met elkaar konden vinden. Mee  beschuldigde Sabine er van dat ze geld uit haar portemonnee had gestolen, iets wat ik absoluut niet kon geloven. Toen Mee ook nog eens met het verhaal kwam dat zij had gezien dat Sabine baby Edward had geprobeerd te wurgen, was voor mij de maat vol. Ik stalde – vergeef mij dit woord – mijn dochter in een vijf sterren hotel te Zeist, om mij de gelegenheid te geven te overdenken wat ik met Sabine aan moest. Ik heb daarbij aan God,  in een gebed,  gevraagd mij opnieuw de weg te wijzen. De volgende dag kreeg ik een idee. Het feit dat zij bij mij was ingetrokken betekende dat ze verzuimde haar school in Heemstede te bezoeken. Ik moest dus niet alleen nieuwe huisvesting voor haar zoeken maar ook een nieuwe school. Ik vond die in de omgeving van Houten bij Utrecht, waar een Internationale school was gevestigd,  in een kasteel. Ik beschouwde die internationale school, met veel internationale leerlingen van meestal gegoede ouders,  goed voor haar opvoeding. Alle leerlingen woonden intern in de bijgebouwen van het kasteel, in een omgeving om je vingers bij af te likken. Zij werd direct aangenomen en geplaatst in een klas op haar niveau. Zij maakte direct kennis met alle vrienden en vriendinnen en ik dacht dat dat goed klikte. Ik zag al gauw dat verschillende jongens wel zin hadden in dat hapje.

Voorwaarde voor plaatsing en verblijf op de school was wel, dat ik voor de laatste maanden van het schooljaar 1986/1987, alsmede voor het schooljaar 1987/1988 direct, contant 27.000 gulden moest betalen. Ik heb dat nog dezelfde dag betaald. Twee maanden later hoorde ik dat Sabinee de school had verlaten en weer was ingetrokken bij haar moeder. Van die 27.000 gulden heb ik geen gulden teruggekregen. Hoe en of zij haar middelbare school heeft afgemaakt heb ik nooit meer vernomen.

Inmiddels had ik weer een nieuwe auto aangeschaft, een Volvo Sport 480ES, en had ik een prachtig appartement gehuurd en betrokken in Driebergen, in het Park Seminarie. Ik dacht dat als Mee weer eens zin had om weg te lopen zij dat het beste kon doen achter dit appartement, dat midden in de bossen stond. Behoefde ze niet zo ver te lopen. In Utrecht had ik een kantoor betrokken in een bedrijvencomplex die ik zelf met medewerking van de Rabobank had gerealiseerd. Noemenswaardig grote opdrachten bleven uit, Mee had heimwee en ik wilde eigenlijk ook wel weer naar het Verre Oosten. Mee had regelmatig suïcidale  neigingen, bij het absurde af. Zo had zij zich een keer , na haar zelf, en mijn zoontje in Koreaanse ceremoniale kleding gestoken. Een mes op haar buik gericht en zich daarna opgesloten in de slaapkamer, waar zij met behulp van inmiddels door mij  ingeroepen huisarts, dominee en verplegers van de GGD, zich niet uit de kamer liet praten en hoorbaar dreigde mijn zoon Edward te vermoorden en dan haarzelf. Waarom? ik wist het toen niet en ik weet het nu nog niet. Dat is het mysterieuze van de mensen uit het Verre Oosten, je komt nooit te weten wat er van binnen bij hun omgaat. Het  is het niet bij één van haar vele dreigementen gebleven. Dit is maar één voorbeeld van een gruweldaad die mijn ex-vrouw jegens haar kinderen en mij heeft gepleegd en die je kennelijk binnen de bescherming van je huis in Nederland kan doen. Nooit hebben instanties haar tot verpleging kunnen aanzetten, ondanks dat ik de bewijzen kant en klaar aanleverde.   Ik vond het uiteindelijk genoeg hier in Nederland en besloot terug te keren naar Korea. Zo gezegd zo gedaan. Ik keerde met mijn gezin terug in Korea en trok in bij mijn schoonmoeder. Een vrouw met een hart van goud. Mee miste echter al gauw de luxe van Nederland en merkte dat haar familie haar ook niet meer serieus behandelde. Zij kenden daar al haar nukken en streken. Edwardd werd wel op een bijzondere manier vertroeteld door alle familieleden, zodanig dat ik al gauw een trekje (van mij!) bij hem ontwaarde die leidde dat iedereen voor hem ging werken. Mee wilde graag een koffietent in Korea opzetten, maar mij al het werk in een voor mij toch vreemd land laten doen. Ik hield het voor gezien en keerde alleen terug naar Nederland.  De container met huisraad, die bij de verhuizer in Nederland gereedstond om naar Korea te worden verscheept, had ik gelukkig op afroep besteld, zodat ik hem in Nederland kon laten staan.

Ik nam afscheid van mijn vrouw en kind, alsmede alle familieleden, die erg goed voor mij waren geweest. Eerlijk, ik dacht dit is voorgoed. Mijn vrouw en kind zie ik nooit meer terug. De  avond vóór mijn vertrek vroeg mijn vrouw waar ik in Nederland naar toe zou gaan. Ik vertelde met een zekere waanhoop,  ik weet het niet. Ik leg mijn toekomst in handen van God. Die moet het maar vertellen. Opnieuw richtte ik mij in gebed tot God en zel: "God ik ben opnieuw de weg kwijt, wijst u mij die alstublieft." Ik zei tegen mijn vrouw dat de plaats die mij morgenochtend het eerste te binnen zou schieten,  als de wens van God zou beschouwen.  Het was Middelburg. Hoewel ik geen enkele binding met Middelburg had - gedurende 50 jaar, accepteerde ik de uitdaging. Ik had slechts nog twee tantes in Middelburg wonen, een oom, een nicht en een neef.

In Nederland aangekomen nam ik de trein naar Middelburg en bezocht Mijn tante Corrie en haar man Jan Hanegraaf. Zij woonden in De Ruyterstraat, in het huis waar ik vroeger ook wel eens heb gelogeerd. Nu liet mijn oom weten dat ik  niet welkom was en ik moest zodoende op zoek naar een hotel. Die vond ik al gauw aan Plein 40. Ik nestelde mij aldaar in de verwachting dat dit wel even kon duren. De volgende dag ging ik naar de Gemeente om mijn komst in Middelburg te registreren. Ik trof hier de beste ambtenaar die ik maar kon bedenken, want hij beloofde mij te helpen met de container, die nog bij de verhuizer stond, zo gauw als ik een woning had gevonden. Nog dezelfde dag meldde ik mij bij Woongoed, dat ik een huis zocht. Zij hadden er een voor mij in Middelburg Zuid en kon gelijk gaan kijken. Ik keek en aanvaardde de woning. Trots faxte ik dit naar Korea, maar kreeg geen enthousiast antwoord terug. Ik werd zelfs niet meer door mijn vrouw aangesproken met Eduard, maar met mijnheer De Smit. Ik had dus een woning, maar nog geen werk. Omdat een deel van mijn kleding nog in de container zat, nam ik de beslissing een kostuum te kopen. Dat deed ik bij Old England op de Nieuwe Burcht. Ik raakte met de eigenaar van de zaak in gesprek en hij vertelde mij dat hij in het bestuur zat van het Delta College. Toen hij van mij hoorde wat voor opleiding ik had genoten  en welke werkzaamheden ik had verricht, vroeg hij mij om invallend docent economie te worden op genoemd College. De volgende dag stond ik al voor de klas met een volledig aantal uren van 28 per week. Ik was aangenomen door Cor Zuidam, toen nog directeur. Het bleek dat ik moest invallen voor docenten die overspannen waren geworden, door een bepaalde klas. De klas waar ik onder andere les aan ging geven. Daarin zaten wat raddraaiers. Op mijn verzoek werden die niet genoemd. Ik wilde het ook niet weten. Ik zou dat vanzelf wel ontdekken. Ik ging dus les geven aan verschillende MEAO klassen en in verschillende economische vakken.

Heel interessant was dat het Delta College zich ook bezighield met contractonderwijs aan bedrijven. Ik moest de lessen zelf schrijven en uiteindelijk ook zelf doceren aan bedrijven. Ik schreef een grote serie lessen, elk op het gebied van onderwerpen die in het bedrijfsleven nuttig waren. Deze lessen worden genoemd in mijn website www.edsadviesburo.nl.

Op deze wijze kwam ik er al gauw achter dat hier in Zeeland vrijwel alle bedrijven worden geleid door mensen die nauwelijks kennis hebben van bedrijfskunde. Ja, vooral in de mosselindustrie zitten directeuren die tegen het analfabetisme aanzitten. Rekenen kunnen ze  bijna niet. Wel vermenigvuldigen. Ze hebben dan ook meestal veel kinderen. Die ook niets geleerd hebben. Het  zijn vaak bedrijven waar de familiebelangen groter zijn dan de bedrijfsbelangen. Anders gezegd de familiebelangen prevaleren boven die van de zakelijke belangen. Daardoor worden de zaken slecht geleid in alle opzichten. Geld is het enige wat telt en dan vooral zwart geld.

Geen van de bedrijven in de tijd dat ik daar les gaf was marketing gericht. Zij wisten niet eens wat marketing betekent. Ook de financiële administraties waren te vergelijken met de notities op een luciferdoosje. Computers werden misschien maar voor 5% benut. Maar ja, dat had ook een doel en dat heb ik cursief al beschreven.

Toen één van de bedrijven aldaar op kantelen stond, vroeg men mij als interim-manager, waarbij ik tot groot verdriet van vader en kinderen in de eerste plaats het zwarte circuit aanpakte. Ik schafte zwarte lonen af en zorgde voor een administratie met een voorraadadministratie. Toen maakte het bedrijf  in dat jaar voor het eerst winst. Helaas was dat niet de grootste prioriteit van het oude "management". Zwart geld, was waar alles om moest draaien.

Binnen het kader van Contract opleidingen voor het Delta College reisde ik 's avonds door Zeeland, naar bedrijven die opleidingen nodig hadden. En dat waren er nog al wat. Kijk, vele aspirant ondernemers hebben een idee of een redelijk tot goed product en proberen daarmee ondernemer te worden. Omdat er geen scholen bestaan waar je het vak van ondernemer kan leren, moddert een ieder maar wat aan. En voor datgene waar men niet in thuis is, juridisch, marketing technisch, financieel  of organisatorisch, huurt met al gauw te dure specialisten in, die van het dure geld die het de ondernemer kost mooie gebouwen neerzetten en te hoge salarissen ontvangen. Ik ben in al die bedrijven waar ik les gaf niet één behoorlijk ondernemersplan of marketingplan tegengekomen die door de ondernemer zelf was gemaakt.

Al zeg ik het zelf, ik had veel succes in het geven van lessen in bedrijfskunde. Daarom werd ik ook steeds meer gevraagd voor zaken die buiten de directe lessen vielen en niets te maken hadden met onderwijs in de zin waar Delta voor stond. Zo heb ik een bedrijfsleider van één van de grootste mosselhandelaren in Yerseke alles bijgebracht wat de eerste man in een bedrijf aan vaardigheden moet hebben. Hij was de eerste man, omdat hij de verantwoordelijkheid had voor alles wat in het bedrijf omging, van productie tot verkoop, van organisatie tot administratie. De eigenaar van het bedrijf was drukker met zijn dochter die niet onverdienstelijk aan paardrijden deed. Verder vond ik het een man die het zwarte garen heeft uitgevonden toen het witte er al was. Maar ja, eerlijk gezegd profiteerde ik ook van zijn onwetendheid, want met plannen lopend de Duitse markt te willen gaan veroveren vroeg hij mij aldaar een marktonderzoek te doen. Zo'n marktonderzoek lag ver buiten de kernactiviteiten van Delta, daarom stelde ik mij daarvoor beschikbaar. Ik rekende daarvoor 60.000 gulden exclusief B.T.W. Achteraf wilde de directeur van het Delta College daarvan ook een graantje meepakken, waarvan ik vond dat hij daar geen recht op had en ik hem ook niets betaald heb. Zulke klusjes kreeg ik steeds meer, tot tevredenheid van de afnemers. Je zult begrijpen dat mijn relatie met die directeur, die overigens een notoire alcoholist was, daarom werd beëindigd. Niet erg, want daarmee kwam ik vrij voor alle zaken die wel tot de kernactiviteiten van Delta bestonden.

Ik zag mijn toekomst als bedrijfsadviseur wel zitten. Ik had vele bedrijven geleid en genoeg ervaring om uitsluitend als adviseur mijn brood te verdienen. Vanuit mijn ondernemerschap  ondernam ik een acquisitietaak, die ook gericht was op de ex-klanten van Delta. Want toen ik bij Delta weg was, was er aldaar niemand die dat kon wat ik kon. Dat klinkt pedant en dat is het ook, maar wel waar. Ik heb menig getuigschrift, aanbevelingen en krantenartikelen die dat bevestigen. (Daarom begrijp ik niet waarom men nu geen gebruik meer van mij maakt).

Het vele van huis zijn compenseerde ik in de weekends. Wij deden allemaal aan paardrijden en wel op de manage De Eendracht in Koudekerke. Mijn zoon Edward, de oudste zoon, behaalde aldaar op zijn tiende verjaardag zijn ruiterrijbewijs en was, zoals gezegd, de jongste in het land die dat bewijs haalde. Hiermede mocht hij zelfstandig buiten rijden. De jongens deden ook regelmatig mee met ponykampen.  Ook fietsen was voor ons een geliefde bezigheid. Het was wel jammer dat hun moeder meestal niet mee wilde. Zij begon toen al zich regelmatig op te sluiten in huis en koos haar slaapkamer als geliefde domein. Steeds zonderlinger werd zij en steeds achterdochtiger. Zo kwam ik er achter dat vrijwel dagelijks mijn kleding werd onderzocht op zwervende haartjes, kleine schittertjes, menselijke schilfertjes etc. Vond zij er één, dan werd die triomfantelijk aan mijn oudste zoon getoond met de mededeling, zie je wel je vader is vreemd gegaan. Terwijl ik eerlijk ben als ik zeg nooit vreemd te zijn gegaan in mijn huwelijk met Mee. Immers ik had vreemd gaan afgezworven omdat het nergens toe leidde. Tevens werden mijn zakken en portefeuilles onderzocht op bonnetjes en geld. Altijd klaagde zij over een tekort aan geld, terwijl het met scheppen binnenkwam. Maandelijks verdiende ik tussen de 10.000 en 20.000 gulden. Wij hadden een gezamenlijke bankrekening, die zij regelmatig ledigde, waarvan ik niets zei om de vrede nog enigszins te bewaren. We raakten van elkaar vervreemd, maar ik bleef alles slikken om de kinderen, waarvan ik zielsveel hield en alles wilde geven. Mijn oudste zoon, toen zes jaar, antwoordde op een vraag van mij of hij niet een muziekinstrument zou willen gaan bespelen, ja graag en dan een viool. Ik toog met hem naar Jacobs, de bekende vioolbouwer in Middelburg om een viool te kopen. Edward, zo jong als hij was, kon geen keuze maken uit de voorraad violen. Daarom moest ik er één naar zijn wensen laten bouwen. Ik bracht hem voor privéles naar Hedda Oosterhout. Die zag al gauw dat hij bijzonder getalenteerd was en vlot door de lessen heenliep. Hij kwam later te spelen in het Zeeuws jeugdorkest en weer later in het Zeeuwsorkest. Daarna is hij als gast gaan spelen in vele orkesten in het land en heeft nu zijn eigen orkest met 28 strijkers, het Vignolle-ensemble. Ik ben trots op hem.

Ik denk dat hij ongeveer acht jaar was dat ik aan hem vroeg: "Zou je nog een ander instrument willen gaan bespelen?"  "Ja", antwoordde hij, "een piano". Opnieuw naar een muziekleverancier, ditmaal in het muziekcentrum in Middelburg. Ik dacht laat hem eerst maar eens op een eenvoudige piano leren en was daar naar op zoek. Mijn vrouw echter vroeg wat de beste piano was. De verkoper/eigenaar vertelde dat dat de Duitse Schimmel was. Hij verteldedat onder de piano's dat de beste was en de Steinway onder de vleugels. Mijn vrouw wilde geen andere aanschaffen dan een Schimmel. Ik betaalde 22.000 gulden voor een schitterende piano met "silent", om de buren niet te storen. Gelukkig had ook mijn middelste zoon Alexanderr interesse in de piano en later ook mijn jongste zoon, die nu 21 jaar oud is en concertpianist aan het worden is. Allen kregen zij steeds privélessen .

Heel verstandig koos mijn oudste zoon niet alleen voor de muziek, maar studeerde in Rotterdam ook aan de HBO school voor vakfotografen. Hij heeft daarmede al diverse prijzen gewonnen en werkte als topfotograaf bij een winkel in Vlissingen. Dus hij is zowel in de muziek als in fotografie "Creative-Director".

Dit is dan toch het resultaat van mijn eigen ambitie, die ik heb kunnen overbrengen op mijn zoons. Overigens hebben mijn beide dochters ook eigen zaken in respectievelijk kinderkleding en schoonheidssalons. Mijn vrouw heeft daarin helaas geen enkele bijdrage geleverd, anders dan een op tirannieke wijze de kinderen te dwingen tot musiceren, onder absurde dwang, waarbij niet onvermeld mag worden dat zij soms aanschouwelijk met een bijl dreigde de vingers van mijn zoons af te zullen hakken als ze niet voldoende hadden gestudeerd, Zo werden ook maaltijden overgeslagen als straf voor te weinig studie. Overigens gingen de jongens altijd naar school zonder ontbijt, omdat moeder het liefst tot 11.00, 12.00 uur op bed bleef liggen. Éen van de grote ergernissen van mij waardoor mijn huwelijk langzaam uitging. Waar ik het slechts tegen kan is luiheid en het niet benutten van talent.

En toen kwam er plotseling een voorlopig einde aan mijn carriere, door ernstige ziekten.

Hoogtepunten in deze levensfase;

  1. De geboorten van mijn zonen in respectievelijk 1987, 1991 en 1996.
  2. Enkele goede interim-contracten.

Dieptepunten in deze levensfase:

  1. Mijn tweede hartinfarct in 1988.
  2. De ontdekking in 1997 dat ik aan diabetes leed..
  3. Mijn vijf bypass operaties aan mijn benen door arterius clerose, waardoor ik invalide werd.

 

 

 

Er is geen video geplaaatst